Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

Het probleem van de administratie werd kort daarna snel verholpen. Voor onze compagnie was namelijk net een nieuwe bar gebouwd, zodat we niet meer in dat oude honk hoefden te hangen. Het leek de majoor wel een goed idee als ik daar de leiding over zou krijgen. Dat was natuurlijk een topidee. Dat betekende namelijk ook dat ik niet meer in dat lelijke mosgroene pakje hoefde rond te lopen. Net mijn lichting was namelijk degene die nog de egaal groene pakken kreeg aangemeten. En die pakken zaten allemaal net niet, zeg maar. Je hemd moest in je broek worden gestopt, en het riempje dat erbij zat schoof ook steeds rondom je broek op en neer. Het was geen succesverhaal, en dus een opluchting dat ik gewoon in mijn burgerkloffie de bar zou mogen runnen. Diezelfde dag ben ik een kijkje gaan nemen in mijn nieuwe onderkomen. Dat zag er echt top uit: een ruime keuken, een poolbiljart, een zitruimte waar je tv en video kon kijken, en een grote bar met twee taps erop. Partytime.

Al regelmatig was ik in verschillende cafés geweest, en een biertje had ik ook al vaak op. Ik had alleen nog nooit in mijn leven een biertje getapt. Dat bleek allemaal nog niet zo makkelijk. Voor je het in de gaten hebt, zit een glas namelijk al vol, vaak met alleen maar schuim. Bij het inschenken van een glas bier moet je het glas altijd schuin houden, en dat bleek bij de tap net zo te werken. De kunst is alleen dat je het glas op tijd een beetje draait en het langzaam recht laat komen. Niet te langzaam, anders zit er geen schuimkraag op. Na verloop van tijd kreeg ik het trucje dus onder de knie. Sterker nog, het ging zelfs beter wanneer ik twintig bier tegelijk moest tappen. Dan stapel je de glazen namelijk en houd je ze onder de tap terwijl je deze gewoon laat doorstromen. Hiermee kreeg ik altijd een beter resultaat dan bij het tappen van slechts één eenzaam biertje. Deze stapels zou ik in de compagniesbar vaak maken. Het bier kostte namelijk ook hier weer geen drol.

natuurfilms

Langzaam maar zeker begon iedereen de bar te ontdekken. Op een gegeven moment moesten we zelfs mensen weigeren. Dat kwam omdat ze niet bij onze compagnie hoorden. Wel een beetje lullig voor hen, want deze plek was namelijk de meest relaxte van de hele kazerne. Dat kwam denk ik voornamelijk omdat het er niet volhing met allerlei vlaggen, schildjes en wapentuig dat zo typisch bij het militaire leven hoort. Hier kon je gewoon ontspannen een lunch naar binnen werken – vaak saté – een kop koffie drinken, een tijdschrift lezen, een potje poolen en een goede HP-film kijken. Op de kazerne was namelijk een soort groothandel aanwezig. Deze zorgde voor drank, eten en films.
Zodra de lunch was afgelopen, sloot ik de bar af en ging ik inkopen doen. Ik had een bepaald budget dat volstond om goed inkopen te doen. Zo moeilijk was dit niet, want je moest vooral zorgen dat de voorraad altijd gelijk bleef. Met de films was het een ander verhaal. Veel films waren al eens door iemand gezien, en de keuze was vaak beperkt. Het was ook niet zo dat de HP-films in deze videotheek verhuurd werden, terwijl die vraag toch duidelijk aanwezig was. Het probleem werd door de compagnie zelf opgelost. Degenen die deze films wilden zien, gingen ze gewoon buiten de kazerne huren om ze vervolgens in de bar te kijken. Dit zitgedeelte was overigens net achter de keuken en lag niet in het zicht zodra je de bar binnenkwam. Meestal ging de video uit zodra er een vrouw een biertje kwam drinken, want ook die hadden we in onze compagnie. Toch werd de film niet altijd stopgezet; de vrouwen in het leger kunnen over het algemeen namelijk wel tegen een stootje.

Een en ander liep dus op rolletjes. Eindelijk weer even een tijd dat het wat rooskleuriger eraan toe ging. In de ochtend ging ik altijd het koffieautomaat bij de kantoren bijvullen. Dit hoorde ook bij mijn taak. Dat duurde ongeveer een kwartiertje, en meestal deed ik dat op het moment dat iedereen op appèl stond. Aangezien ik in mijn burgerkloffie rondliep, hoefde ik daar niet langer aan mee te doen. Zodra het appèl voorbij was, kon iedereen dan mooi genieten van weer een ‘vers’ kopje koffie. Ik maakte daarna nog op mijn gemak een praatje met iedereen. Dit keer kwam de majoor naar me toe. Of ik even zijn kantoor wilde binnenkomen. “Natuurlijk, ik kom er zo aan.” Hij had een fax ontvangen. Er werden weer mensen gezocht voor de Verenigde Naties. Dit keer ging het alleen om vrachtwagenchauffeurs en verbindelaars. Voor de eerste functie kwam ik niet in aanmerking, omdat ik al eens voor deze opleiding was opgeroepen. Maar ik kon me wel laten opleiden tot verbindelaar.
Wat is dat dan, een verbindelaar?” zei ik. Een verbindelaar bleek communicatieverbindingen tot stand te brengen. Deze term stamt nog uit een tijd dat een verbindelaar achter een machine zat waarmee hij twee partijen met elkaar in verbinding kon brengen. Een zogenaamd switchboard. Iedereen kent zo’n kast waarschijnlijk wel uit de oudere oorlogsfilms. Je steekt een plug in een gat en een andere plug in het onderliggende gat, en de verbinding is daar. Gelukkig bestonden er tegenwoordig wat meerdere verbindingsmogelijkheden, en zou het hiervoor beschrevene niet mijn hoofdtaak worden. Bovendien was dit opeens een onverwachte kans waarop ik al min of meer niet meer gerekend had. Ik zei dan ook direct dat ik hier wel trek in had. De majoor gaf me een hand en zou de rest kortsluiten met de organisatie. Diezelfde avond vertelde ik het voorval aan mijn ouders.

irish coffee

Het zou nog een week of twee duren voordat ik een reactie van de VN-organisatie zou kunnen verwachten. Op dat moment was het ongeveer eind november. De herfst begon alweer naar zijn eind te kruipen, en de nachten werden daardoor langer en kouder. In principe ging ik elke avond wel gewoon naar huis, tenzij er iets speciaals te doen was. Aangezien de bar inmiddels alweer een tijdje geopend was en er veelvuldig van de pooltafel gebruik werd gemaakt, was het tijd voor een pooltoernooi. Er hadden zich veel jongens ingeschreven, en er zouden er veel blijven slapen op de kazerne. Ik had gezorgd voor extra bier en voldoende snacks. De stemming zat er, zoals gewoonlijk, al gelijk goed in. De deelnemers bleken het toernooi erg serieus te nemen; daardoor werd er in het begin niet zoveel gedronken. Maar naarmate de eerste deelnemers hadden verloren, kwam hier snel verandering in. Als je eenmaal uit het toernooi lag, had je toch niets meer te verliezen.

Ik deed zelf ook mee aan het toernooi, maar ik kan me niet herinneren of ik ver ben gekomen of niet. Dit had verschillende oorzaken. Ten eerste is het enige tijd geleden dat dit gebeurde, en ten tweede werd het bijzonder laat die avond. Daarbij kwam dat ik zelf nogal wat biertjes kreeg aangeboden. De bar was normaal gesproken nooit zo lang open en mocht ook niet langer dan tot 01.00 uur open zijn. Daarom deden we rond half 2 de deur maar op slot. Zo zou er niemand meer in kunnen, en konden we gewoon doorfeesten. Uiteindelijk werd het een uur of 3 in de nacht toen iedereen naar de slaapzalen vertrok. Behoorlijk verdoofd van de alcohol zijn we toen op een kamer nog even een kop koffie gaan pakken. Een kop Irish coffee welteverstaan. Ik had het nog nooit eerder gedronken, of in ieder geval niet zo sterk. Echt lekker vond ik het niet, en de volgende dag kon ik duidelijk merken dat ik het beter bij het bier had kunnen laten. Totaal brak kon ik me nog net motiveren om de bar een beetje schoon te maken. Ook de koffieautomaten werden nog ververst. Maar daarna ben ik in het zitgedeelte van de bar lekker op een bank in elkaar geploft. Dat voordeel had je als barman natuurlijk wel.

De majoor had weer een fax ontvangen. Ditmaal werd ik opgeroepen voor een psychologische keuring. Iedereen die wordt uitgezonden, moet deze keuring ondergaan. Kom je niet goed door deze keuring, dan gaat je uitzending ook niet door. Klinkt logisch. Ik maakte me hier verder niet druk om. Een week later zou de keuring al plaatsvinden.

Ik hoefde zelf niet naar de keuring toe te rijden. Voor de verandering was een maatje van me aangewezen om mij en een andere jongen naar de plaats van bestemming te rijden. Dit werd nog een heel avontuur. We moesten ons namelijk in Utrecht melden. Vanuit Grave duurt dat normaal gesproken ongeveer 50 minuten, ervan uitgaande dat je met een personenauto rijdt. Bij ons duurde het wat langer. We reden namelijk in een Laro, zo’n oude Land Rover die door iedereen een jeep genoemd wordt. We hebben onderweg bijna niets tegen elkaar kunnen zeggen. We hadden namelijk allemaal wc-papier in onze oren gepropt om geen gehoorbeschadiging op te lopen. Naast het feit dat je in een Laro ontzettend ongemakkelijk zit, maken deze voertuigen een absolute teringherrie. Ik denk dat we er iets van anderhalf uur over hebben gedaan om in Utrecht te komen. Dit was echt geen doen. Ik kreeg medelijden met degenen die in hun diensttijd altijd met dit ding over de weg moesten. Dan was het inderdaad afzien, en werd je wellicht een echte vent in het leger, maar dan wel een doofstomme vent met blijvende rug- en nekklachten.

psychologische keuring

De psychologische test duurde een halve dag. Niet dat ze nou zoveel te vragen hadden; er zaten gewoon te veel mensen die getest moesten worden door te weinig psychologen. Het eerste onderdeel was een gesprek met een van de aanwezige psychologen. De vrouw met wie ik op dat moment een kamer deelde was aardig, maar afstandelijk. De vragen die ze mij stelde bleken bovendien voorspelbaar. “Heb je veel vrienden? Heb je een vaste relatie? Is dat een vriend of vriendin? Ga je vaak uit? Drink je veel? Gebruik je drugs? Als je uitgaat, vecht je dan weleens?” Aangezien de vragen zo voorspelbaar waren, was het ook makkelijk om het gewenste antwoord te geven. Je moest wel dom zijn om hier niet doorheen te prikken. Af en toe werd eenzelfde vraag nogmaals gesteld, maar dan met andere woorden. Als je hier een opmerking over maakte, werd overigens wel toegegeven dat dit gebeurde om de consistentie in je antwoorden te doorgronden. Na een halfuur steeds weer hetzelfde te hebben verteld, was ik met de eerste ronde klaar. De uitslag zou ik later krijgen. Er zou nu nog een theoretische ronde volgen.

Dit tweede onderdeel bestond uit een aantal schriftelijke vragen: een aantal meerkeuzevragen en een stel open vragen. Bij één van de vragen moest je een duidelijke motivatie geven voor je reden om uitgezonden te worden. Hiervoor was maar liefst anderhalf A4’tje gereserveerd. Zelf had ik het waarschijnlijk wel met drie regels afgekund. Mijn reden was namelijk glashelder. Maar ook hier leek het me verstandig om dan toch maar even flink de ruimte voor mijn verhaal te nemen. Dan was het in ieder geval duidelijk dat ik niet over één nacht ijs ging. Uiteindelijk heb ik ruim een A4’tje volgeschreven. Het kostte me wel wat energie om de juiste woorden steeds te vinden, maar het resultaat mocht er zijn. Ik werd bijna ontroerd door mijn eigen motiverende verhaal.

Na weer ongeveer anderhalf uur wachten kregen we de uitslag. Met een mannetje of twintig zaten we redelijk ontspannen in een sfeerloze kantine. Houten plafonds en betegelde vloeren; je kwam ze in het leger overal tegen. Een geruit tafelkleed over de wankele houten tafels, met daarop een klein vaasje met kaalgeplukte kunstbloemen. Soberheid ten top. In deze sfeer ontstond altijd een gelaten gemoedsrust. Dit sloeg echter om toen ik eenmaal het papiertje met de uitslag in handen kreeg. Hierop stond namelijk of de uitzending al dan niet door zou gaan. Zojuist hadden enkele personen over mijn toekomst beslist, en inmiddels had ik mijn lot in handen.

een nieuwe toekomst

Aan een ander tafeltje hoorde ik al iemand flink balen, en de jongen naast hem begon een seconde later. Ze waren allebei afgewezen. Nu was het mijn tijd om te kijken of ik erdoor was. En ja hoor, ik had de gewenste antwoorden gegeven. Niet dat ik zat te liegen, maar je moet alleen goed op je woorden letten. Iedere jongen heeft in zijn leven namelijk wel wat rotzooi getrapt en af en toe een zijspoor bewandeld. Dat hoefde alleen op dat moment niet naar voren te komen, vond ik zelf.

De weg terug was net zo rampzalig als de heenweg. Toch zat ik ditmaal wat meer ontspannen in het gammele maar robuuste voertuig. Deze auto’s waren echt niet kapot te krijgen, maar ook absoluut niet ontworpen om op de snelweg te rijden. Het bleek voor de chauffeur dodelijk vermoeiend om continu dat loodzware pedaal in te moeten trappen. Iemand had eens ontdekt dat het een stuk eenvoudiger ging als je een brandblusser op het gaspedaal legde. In elke Laro lag er wel zo’n ding. Het was echter ontzettend onhandig wanneer je opeens moest remmen. Die bewuste chauffeur slaagde er namelijk maar net in om de brandblusser van het gaspedaal af te rukken. Het gevolg was dat het apparaat naar de knoppen ging en dat zowel de Laro als de chauffeur helemaal onder het witte poeder zaten. Toen die jongen de kazerne opreed, lag iedereen compleet dubbel.

Kortom, deze auto’s hadden ze na de Tweede Wereldoorlog gelijk moeten afschrijven en moeten schenken aan Afrika of Artsen Zonder Grenzen. Dan waren ze nog nuttig geweest. Lekker crossen door de bossen, over zandvlaktes of wat dan ook, maar in ieder geval weg van de snelweg. Wat een ramp was het. Maar wat was het tegelijk ook een schitterende dag. Eindelijk begon mijn uitzending nu serieuze vormen aan te nemen. Mijn motivatie was enorm.

Veel zaken waren tot dan toe per fax met de majoor afgehandeld. De definitieve oproep om te worden opgeleid tot verbindelaar ging ditmaal via de post en was bovendien direct aan mij gericht. Nog voor de kerst moest ik mij in Ossendrecht melden. Dat was al binnen twee weken na ontvangst van de brief. Ze lieten er nu geen gras over groeien. Niet echt des legers, zou ik zeggen, maar voor de verandering wel eens een keer prettig. De majoor had ook al een brief ontvangen waarin stond dat ik uit mijn huidige functie zou worden ontheven, zodat ik aan de opleiding deel kon nemen. Hij was blij dat het me toch gelukt was.

afscheidsfeestje

In de laatste twee weken die ik nog had bij het 111e Gemzwtcie moest ik mijn opvolger voor in de bar inwerken. Dat kostte mij niet veel tijd. De jongen die mijn functie als barman zou overnemen, was toch al de grootste klant van de compagniebar. Met z’n tweeën hebben we nog veel lol gehad en een groot afscheidsfeest gegeven. Elke maand werd een dergelijk feest gehouden. Altijd als er weer een lichting jongens afzwaaide, gingen de remmen goed los. Nu was ik het die de compagnie zou verlaten.

Maar ik liet het militaire leven nog niet achter me. De ware diensttijd zou namelijk nog gaan beginnen. Het afscheid nemen van iedereen was niet makkelijk. Gelukkig hoefde ik niet nuchter te blijven, en dat maakte het allemaal net een tikkeltje eenvoudiger. Je kon je emoties wat laten varen en jezelf er zo nu en dan met een geintje vanaf maken. Uiteindelijk was het een schitterende tijd geweest die ik bij deze compagnie heb beleefd. Ik had het getroffen met degene die de leiding had en had door de verschillende baantjes de kans gekregen om de gehele compagnie vanuit diverse oogpunten te bekijken. Ook al zaten er wat mindere momenten tussen, je kon het vele malen slechter treffen. Het 111e Gemzwtcie was een compagnie die zichzelf vooral niet al te serieus nam.